De Warmte - Guido Krieken - Piringen
Als we nu niets schrijven over de warmte, of is het de hitte, dan hoeft het niet meer. In de winter zijn we al blij als de zon een beetje schijnt. En in de lente gaat het meestal regenen, en heeft de zon niet veel kans.
Voor de landbouwers is het normaal nooit goed, ofwel is het te nat voor de aardappelen, of is het te droog voor de turkse tarwe (tegenwoordig zeggen ze daar mais tegen)
Maar nu is het toch wel te erg: elke dag biedt de weerman of -vrouw meer, en we komen qua temperatuur hoger dan de normale temperatuur van een gezond persoon.
Ik ga mijn koortstermometer nog goed moeten wegleggen, want di gaat maar tot 41 graden, en daarboven is hij stuk.
't Zal niet meer lang duren tot het wegdek gaat opblazen, en dat we hobbels krijgen.
De trein had vandaag er al van: "Er is een defecte bovenlieiding in Tubize", en daarom was mijn terin in Leuven een half uur te laat. Ja, voor de trein moet er niet veel verkeerd gaan, of ze hebben vertraging. Ik denk dat ze beter de trein normaal wat langer te laten wachten in stations , dan kunnen ze tenminste ook wat inlopen als er problemen zijn.
Mijn gras had ik al langer laten groeien, maar het is toch aan het sterven: het wordt stilaan geel naar bruin. Het heeft ook wel het voordeel dat je niet moet maaien. Als er er een paar keren een regenvlaag komt, schiet het toch weer uit.
Om buiten iets te doen, is het toch veel te heet: 't is al te heet om de krant aan de straat te gaan halen.
We kunnen nu ook begrijpen dat de mensen in Afrika niet altijd zin hebben om te werken: de kitte komt nu van daar.
De mannen zij daar wel slimmer: die laten hun vrouwen werken, want zijzelf vinden het veel te warm. Zn ze gaan onder een boom zitten, totdat de vrouw roept om te komen eten.
Ik ga nu ophouden met schrijven, want het wordt me toch te warm. Ik wens jullie dat het al wat koeler is, als je dit leest.